top of page

Waarom symptoombestrijding niet geneest


We blussen de rook, niet het vuur, en intussen blijven we dweilen met de kraan open. (Foto © Pixabay)
We blussen de rook, niet het vuur, en intussen blijven we dweilen met de kraan open. (Foto © Pixabay)

We spreken vandaag veel over hoe duur de zorg is, hoe vol de wachtlijsten zijn en hoe het ziekteverzuim blijft stijgen. Maar veel minder over de vraag die ertoe doet: hoe komt het dat zóveel mensen ziek worden? 


Het huidige systeem zoekt de oplossing in efficiëntie, meetbaarheid en prestatiedruk. Zorgverleners moeten sneller werken, patiënten moeten sneller doorstromen, langdurig zieken moeten sneller terug aan het werk. De focus verschuift naar controlemechanismen, cijfers en economische logica. De mens raakt naar de achtergrond. Preventie wordt herleid tot slogans.


Toch ligt het antwoord op onze gezondheidscrisis niet in nóg meer efficiëntie, maar in een andere manier van kijken. Niet naar het symptoom, maar naar de levensloop.


Een maatschappij die ziek maakt, en een zorg die achteraf moet blussen


Onze maatschappij is gebouwd op prestatiedruk: je moet functioneren, produceren, vooruitgaan. Wanneer mensen langdurig ziek worden, beschouwt men dat als individueel falen, zelfs als ‘eigen schuld, dikke bult’, en niet als signaal van een omgeving die structureel uit evenwicht is. De zorg wordt vervolgens ingezet als brandweer: pas wanneer het vuur oplaait, mag er iets gebeuren.


We blussen de rook, niet het vuur, en intussen blijven we dweilen met de kraan open.  

Iets is kapot, dus we repareren het. Dat werkt voor een gebroken been, maar veel minder voor een lichaam dat al jaren onder spanning staat, of voor een zenuwstelsel dat zich nooit veilig heeft gevoeld.


Dit verklaart ook waarom elke vorm van geconstrueerde confrontatie tussen dader en slachtoffer — zeker wanneer er sprake is van misbruik binnen een machtsrelatie — vrijwel nooit helend werkt. Integendeel: ze bevestigt het trauma. Confrontatie wordt dan trauma bovenop trauma. Het slachtoffer wordt opnieuw niet gezien, opnieuw niet beschermd, opnieuw niet erkend. De veiligheid die nodig is om te kunnen herstellen, ontbreekt nog altijd; en aan de overkant ontbreekt vaak de empathie die het hart van elke echte ontmoeting vormt. 

Trauma dat ontstaat door misbruik of ernstig grensoverschrijdend gedrag ontsnapt simpelweg aan een louter cognitief-rationele benadering. Je kunt het niet wegredeneren, niet herstructureren, niet ontleden tot het oplost. Dat is precies het grote manco van vele cognitieve therapieën: ze proberen iets te behandelen dat zich niet in de denkende laag bevindt. Daarom staan we, na veertig jaar cognitief denken, precies daar waar we begonnen zijn: mensen blijven vastlopen, niet omdat ze niet willen veranderen, maar omdat hun lichaam nog altijd leeft in een werkelijkheid die nooit veilig is geweest.

Lees ook: Waarom trauma niet geneest van goeie uitleg

Chronische aandoeningen, psychosomatische klachten en uitputtingssyndromen worden in het huidige — nog steeds dominante — medische model telkens opnieuw benaderd als losstaande defecten; alsof de mens uit vervangbare onderdelen bestaat. Mensen worden niet plots chronisch ziek. Ze worden gevormd. Door stress, door omstandigheden, door vroegkinderlijke ervaringen, door relaties die vaak een herhaling zijn van eerdere omstandigheden, door werkdruk, armoede, verlieservaring. Door een levensloop die te weinig gezien wordt.


Preventie vraagt een andere bril


Echte preventie vraagt dat we de mens zien in zijn geheel. Dat we durven erkennen dat ziekte niet alleen ontstaat in het lichaam, maar in de context die dat lichaam draagt. Het vraagt dat we kijken naar wat iemand heeft meegemaakt, hoe iemand moest zien te overleven, welke stress zich in het lichaam heeft vastgezet. Het zenuwstelsel is onze barometer. 


Zolang de maatschappij inzet op prestaties in plaats van op menselijkheid, blijft preventie een randfenomeen. We investeren in scans, protocollen en controlemechanismen, maar nauwelijks in begrip, rust, veiligheid en aandacht; precies de elementen die mensen gezond houden. We investeren in symptoombestrijding — scans, specialisten, medicatie — maar nauwelijks in de vraag wat al die symptomen met elkaar verbindt.


Wat we niet zien, blijft bestaan


Wanneer zorgverleners alleen tijd krijgen om symptomen te managen, verdwijnt het verhaal dat eraan voorafging uit beeld. Niet omdat ze niet wíllen luisteren, maar omdat het systeem hen dwingt te werken binnen een logica van snelheid en controle — en dat zal nooit snel genoeg zijn. Zo ontstaat een pijnlijke paradox: we openen de jacht op langdurig zieken, terwijl we weigeren te onderzoeken wat hen langdurig ziek maakt. Dat is pas schuldig verzuim. 


Wie de levensloop niet ziet, ziet alleen individuele mislukkingen. Maar wie wél naar de levensloop kijkt, ziet structuren, patronen en oorzaken, en dus ook aanknopingspunten voor echte preventie.


Tijd voor een omkering


Als we willen dat minder mensen ziek worden, moeten we het fundament van onze zorg herdenken. Niet harder duwen op efficiëntie, maar ruimer kijken. Niet meer druk op zorgverleners, maar meer ruimte voor menselijkheid. Niet meer rapporten over ziekte, maar meer aandacht voor het verhaal dat eraan voorafgaat.


Ziekte is geen defect. Het is informatie. Wie dat begrijpt, begrijpt waarom preventie geen luxeproduct is, maar de kern van elke duurzame zorg.


De vraag is niet hoe we mensen sneller oplappen. De vraag is hoe we kunnen voorkomen dat ze zo diep uit balans raken. En het antwoord begint daar waar elke mens begint: in de levensloop als geheel.

 
 
 

Opmerkingen


  • Black Twitter Icon
  • Black Facebook Icon

© 2025 by Luc Van De Steene. Powered and secured by Wix

bottom of page