top of page

Waarom trauma niet geneest van een goeie uitleg

(of: waarom het lichaam koppig blijft als het hoofd denkt dat het klaar is)



Misschien wordt het tijd dat we de rookmelder niet langer uitleggen dat hij ongelijk heeft. Misschien moeten we hem eerst laten voelen dat er echt geen vuur meer is. (Foto © Pixabay)
Misschien wordt het tijd dat we de rookmelder niet langer uitleggen dat hij ongelijk heeft. Misschien moeten we hem eerst laten voelen dat er echt geen vuur meer is. (Foto © Pixabay)

We blijven het maar proberen: praten, redeneren, verklaren, analyseren. Alsof het menselijk lichaam een soort eigenwijze tiener is die je met voldoende logica wel tot inzicht kunt brengen. “Kijk,” zeg je dan, “er is geen gevaar meer.” Waarop het lichaam min of meer vriendelijk terug reageert: fijn dat jij dat denkt, maar ik vertrouw het toch allemaal niet.


Het is een ongemakkelijke waarheid: trauma luistert niet naar argumenten.

Het houdt zich niet aan de regels van logica, ratio of redelijke gesprekken. Het is een lijfzaak — letterlijk — en dat is precies waarom onze cognitief-rationele aanpak bij complexe trauma’s zo slecht werkt. We blijven proberen een rookmelder te overtuigen dat het vuur uit is, terwijl hij nog altijd rook ruikt. Je kunt hem diplomatisch toespreken, geruststellen, cijfers tonen, met diagrammen zwaaien: hij blijft afgaan.


Geen onwil. Gewoon biologie.


Confrontatie als wondermiddel? Eerder olie op het vuur.


Omdat we blijven geloven dat inzicht helend werkt, denken we soms dat een slachtoffer van misbruik vooral “de confrontatie moet aangaan”. Dat het helpt om de dader in de ogen te kijken, alsof het trauma zich dan gewonnen geeft. Maar dat is precies hoe je iemand opnieuw in dezelfde val duwt. 


Trauma ontstaat bij onveiligheid. Het herhaalt zich bij onveiligheid. En het geneest pas wanneer het lichaam voor het eerst kan voelen dat het nu wél veilig is. Zet dader en slachtoffer samen in een kamer, en je creëert exact het omgekeerde: een zenuwstelsel dat in vijf milliseconden op rood springt. Het slachtoffer wordt opnieuw niet erkend, opnieuw niet beschermd, opnieuw niet gezien in wat er beschadigd is. Dat is geen herstel. Dat is herhaling.


Confrontatie bij machtsmisbruik is trauma bovenop trauma. En toch blijft dat idee hardnekkig bestaan; vooral bij wie graag gelóóft dat mensen rationele wezens zijn die rationeel herstellen. Het is het geloof dat we veertig jaar lang hebben proberen toepassen in cognitieve therapieën, en precies de reden waarom we nog altijd staan waar we staan: zo goed als nergens. We blijven erop vastlopen.


Het lichaam is geen achterkamer van de geest


De moderne zorg is gebouwd op het idee dat je de geest kunt repareren door haar toe te spreken. Dat werkt prima bij misverstanden, verkeerde aannames, lichte angsten of sociale onzekerheid. Maar niet bij trauma dat in het lijf gegrift is. Niet bij zenuwstelsels die jarenlang op overdrive stonden. Niet bij mensen die nooit écht veiligheid hebben gekend.


Het lichaam is geen achterkamer waarin de psyche haar rommel verstopt. Het is het hele huis.

Wie trauma wil aanpakken vanuit pure cognitie, doet eigenlijk wat een loodgieter zou doen die na een barst in de waterleiding enkel de klok aan de muur gelijk zet: technisch gezien een handeling, maar voor het probleem volledig irrelevant.


Maar wat werkt dan wél?


Niet de wondermiddelen, niet de snelle fix, niet de “ga maar eens goed praten”. Maar wel:


  • een lichaam dat leert reguleren 

  • relaties waarin veiligheid écht voelbaar is 

  • adem die weer ruimte krijgt 

  • ritme dat terugkomt 

  • een zenuwstelsel dat mag afremmen in plaats van telkens voluit te moeten gaan 


En bovenal: erkenning. Geen papieren erkenning, geen procedurele erkenning, geen “we begrijpen uw gevoelens”-erkenning, maar echte, voelbare, menselijke erkenning. Dat is voor trauma wat zuurstof is voor onze longen. 


De misvatting die ons blijft achtervolgen


We blijven geloven dat de mens vooral een denkend wezen is dat af en toe iets voelt. Maar eigenlijk zijn we voelende wezens die af en toe iets denken. Onze maatschappij is gebouwd op het omgekeerde, en onze zorg helaas ook. Daardoor blijven we behandelen wat zichtbaar is, terwijl het onzichtbare blijft bepalen hoe mensen functioneren.


Het is niet alleen een gebrek aan kennis. Het is de verkeerde bril. Wie enkel vanuit cognitie kijkt, ziet het lichaam niet. Wie enkel vanuit redelijkheid kijkt, ziet veiligheid niet. En wie enkel vanuit confrontatie denkt, ziet trauma niet.


Dit is de uitdaging: affectieve empathie. De andere, de cognitieve, werkt in deze niet, ja zelfs averechts. 

De uitnodiging


Misschien wordt het tijd dat we de rookmelder niet langer uitleggen dat hij ongelijk heeft. Misschien moeten we hem eerst laten voelen dat er echt geen vuur meer is.


Pas dan zwijgt hij vanzelf.

 
 
 

Opmerkingen


  • Black Twitter Icon
  • Black Facebook Icon

© 2025 by Luc Van De Steene. Powered and secured by Wix

bottom of page