Meer ruimte graag — om jong oud te worden
- Luc Van De Steene
- 20 nov
- 3 minuten om te lezen

We spreken vaak over vergrijzing alsof het een naderend onheil is. Alsof ouder worden iets is wat ons overkomt, net zoals stormschade of stijgende energieprijzen. Maar opmerkelijk genoeg spreken we zelden over de mensen zelf. Over wat ouderen nodig hebben om goed en waardig te leven. Over ruimte, niet alleen fysieke ruimte, maar emotionele en existentiële ruimte. Ruimte om zichzelf te blijven, of om zichzelf opnieuw uit te vinden. Ruimte om nog iets te betekenen. Ruimte om te bestaan.
Die ruimte is schaars geworden.
Hoewel we meer ouderen hebben dan ooit, lijkt er nauwelijks ouderenbeleid te bestaan dat werkelijk vertrekt vanuit hun perspectief. Er zijn structuren, instellingen, protocollen, kaders. Maar gaat het eigenlijk over hen? Of gaat het vooral over wat makkelijk is, wat beheersbaar is, wat politiek bruikbaar is? Het is een vraag die steeds dringender wordt, zeker nu ouderen vaak ervaren dat er meer over hen wordt beslist dan mét hen.
Betutteling is nooit zorg, hoe goedbedoeld ook. Het is controle in de taal van zorgzaamheid verpakt.
We kennen dat mechanisme uit de psychologie: de ouder die zegt dat alles gebeurt “voor het bestwil van het kind” maar ondertussen het kind zijn eigen wil, stem en ruimte ontneemt. Niet omdat het kind kwaad wil, maar omdat het niet anders kán. Omdat het de wereld bekijkt door zijn eigen noden, zijn eigen angst, zijn eigen drang naar hanteerbaarheid.
En precies daar wringt het. De parallel is confronterend, maar ook verhelderend: wie bepaalt wat goed is voor ouderen? Wie heeft er het laatste woord? Wie neemt de beslissingen? Vaak zijn dat beleidsmakers die, net als de narcistisch-structurerende ouder, vertrekken vanuit beheersing in plaats van ontmoeting. Vanuit ordening in plaats van luisteren. Vanuit hun eigen logica, die misschien efficiënt is, maar zelden menselijk.
Het resultaat is herkenbaar: ouderen worden klein gemaakt. Niet expliciet, maar via subtiele herhaling. Hun dagen worden geprogrammeerd. Hun autonomie wordt ingeperkt. Hun tempo wordt bepaald. Hun privacy wordt ingeschat als minder belangrijk. Hun verlangens worden ingedeeld in “realistisch” en “niet realistisch”. Hun eigen wil wordt gezien als lastig, hun protest als verwarring of verwardheid. En zo worden ouderen opnieuw kinds gemaakt; niet door de tijd, maar door onze manier van kijken.
Ouderen worden niet kinds omdat ze oud zijn, maar omdat ze behandeld worden als kinderen.
Er zit ook iets tragisch in: want het is precies dat verlies aan ruimte dat maakt dat mensen sneller achteruitgaan. Wie geen ruimte heeft, verliest zichzelf. Dat geldt voor een kind dat opgroeit in een te krappe psychologische kooi. En het geldt voor een oudere die zijn laatste levensjaren doorbrengt in een omgeving waar zelfstandigheid een risico heet en autonomie een probleem.
Ruimte is geen luxe. Het is waardigheid.
Misschien is dat de vraag die we als samenleving opnieuw moeten durven stellen: niet hoe we ouderen “beheren”, maar hoe we hen de ruimte geven die bij volwassenheid hoort, ook op hoge leeftijd. Ruimte om nog steeds iemand te zijn, niet alleen iemand om te worden verzorgd. Ruimte om te kiezen, te weigeren, te bepalen, te dromen. Ruimte om trager te zijn, of eigenzinniger, of onverzettelijk. Ruimte om hun leven te voltooien zoals zij het willen, niet zoals wij het praktisch vinden.
In een wereld die steeds meer probeert te controleren — van data tot gedrag, van zorg tot tijd — is ruimte misschien wel het laatste echte geschenk dat we kunnen geven. Ruimte is vrijheid. Ruimte is respect. Ruimte is liefde in volwassen vorm.
En liefhebben begint waar betutteling eindigt.
Wat ouderen écht nodig hebben
Ruimte om zelf te beslissen: ook als die keuzes niet overeenkomen met wat wij “veilig” of “praktisch” vinden.
Ruimte om betekenis te blijven hebben: niet enkel als zorgvrager, maar als mens met verhalen, ervaring en eigenheid, soms eigenzinnigheid.
Ruimte voor traagheid: omdat traagheid geen tekort is, maar gewoon een tempo.
Ruimte voor fouten: dezelfde vrijheid die we volwassenen gunnen, ook op hoge leeftijd; en hen alsnog leren om fouten te mogen maken.
Ruimte om niet klein gemaakt te worden: want infantiliserende zorg is geen zorg, maar ontmenselijking. Het kost je tegenwoordig zelfs een arm en een been om ontmenselijkt te worden.
Ruimte geven is het tegenovergestelde van inperken. Het is erkennen dat ouderdom geen terugkeer naar kind-zijn is, maar een laatste, volledige fase van volwassenheid.


Opmerkingen