De echokamer — wat we herhalen zonder het te weten
- Luc Van De Steene
- 20 nov
- 4 minuten om te lezen

Veel van wat we later in het leven meemaken, is een echo van wat ons in onze vroegste jaren is overkomen. En overkomen is hier geen zwak woord, maar een precies woord: een kind ondergaat het leven.
Een kiest niet, het onderhandelt niet, het weegt geen alternatieven af. Het past zich aan — moeiteloos, automatisch, vaak heroïsch — omdat afhankelijkheid geen optie is maar een bestaansvoorwaarde. Die afhankelijkheid gaat gepaard met een diepe, bijna biologische loyaliteit: het kind richt zich naar de ouder zoals een plant zich naar het licht wendt.
In die omgeving, of die nu warm en veilig is of kil en chaotisch, wordt een afdruk gemaakt die we niet bewust ervaren, maar die zich vastzet in ons zenuwstelsel. Later noemen we dat ‘patronen’ maar in werkelijkheid zijn het overlevingsstrategieën die ooit noodzakelijk waren. We geloven dat we als volwassenen vrij kiezen, dat we unieke beslissingen nemen op basis van inzicht en ervaring, maar vaak bewegen we niet naar wat goed voor ons is, maar naar wat bekend voelt. En die vertrouwdheid is zelden een toevalstreffer; ze is het spoor van die oude, onzichtbare imprint.
Een echo dus. Interessant, maar ook verontrustend. Want een echo laat zich niet zien; hij laat zich horen. Vervormd, vertraagd, soms zo subtiel dat je twijfelt of je hem wel echt hoort. We voelen angst, verdriet of spanning die niet passen bij het moment, maar wel zwaar op onze borst drukken. Waar komt het vandaan? Vaak is het een restje onverwerkt verleden dat nog rondzingt in onze zenuwen. Iets van toen dat zich meldt in het nu; soms beleefd, soms dringend, soms wanhopig luid, in de hoop dat we eindelijk luisteren.
Trauma spreekt zelden rechtstreeks. Het herhaalt zich, maar nooit letterlijk. Het kiest nieuwe kostuums, nieuwe decors, nieuwe hoofdrolspelers. Het komt terug in relaties waarin we te veel (moeten) slikken of te weinig (mogen) zeggen. In situaties waarin we ons klein maken, terwijl we allang volwassen zijn. In patronen waarvan we zweren dat we ze achter ons hebben gelaten, om ze even later toch weer terug te vinden, verscholen in een andere vorm. De echo is creatief, en hardnekkig.
De echo van narcisme in relaties
Wanneer een kind opgroeit met een uitgesproken narcistische ouder, ontstaat er een zeer specifieke dynamiek met langdurige gevolgen.
Liefde = aanpassen
Het kind leert dat genegenheid voorwaardelijk is: het moet pleasen, anticiperen, onzichtbaar worden of juist uitblinken, afhankelijk van de grillen van de ouder.
Het centrum verschuift
De ouder wordt de zon waar alles omheen draait. Het kind leert zijn eigen noden, grenzen en gevoelens te onderdrukken om emotionele schade te beperken. Het wordt verondersteld het zonlicht te weerkaatsen.
Vertrouwdheid wordt verwarring
Als volwassene voelt men zich vaak aangetrokken tot partners die dezelfde dynamiek activeren; niet omdat het fijn voelt, maar omdat het vertrouwd voelt. Het zenuwstelsel herkent de melodie nog voor het bewustzijn dat doet.
De balans kantelt opnieuw
In zo’n relatie geeft de ene veel en neemt de ander veel. De partner wordt de nieuwe tirannieke zon; het eigen leven verschrompelt eromheen — hier komen drama’s uit voort, achter gesloten deuren.
De echo wordt het script
Wat ooit noodzakelijk was om te overleven, wordt opnieuw het leidmotief; tot iemand inziet dat het geen liefde is maar herhaling, en dat herhaling geen noodlot hoeft te zijn maar een signaal.
Dit is de echo op zijn krachtigst: een oud scenario dat zich in een nieuwe vorm aandient — oude wijn in nieuwe zakken — en dat pas stopt wanneer het bewust wordt doorbroken.Opmerkelijk genoeg werkt de geschiedenis op precies dezelfde manier. Ook daar herkennen we de echo vaak pas achteraf. We zien nieuwe conflicten ontstaan, nieuwe leiders opstaan, nieuwe bewegingen marcheren, en pas later beseffen we dat het oude melodieën zijn in een nieuw arrangement. Samenlevingen hebben, net als mensen, een neiging om onverwerkte angst, gekwetstheid of machteloosheid te projecteren op een nieuwe scène. Het collectieve geheugen is minstens zo selectief als het persoonlijke. We herhalen niet omdat we niets geleerd hebben, maar omdat we niet altijd begrijpen wat we zouden moeten leren. Ook de geschiedenis klopt altijd opnieuw aan, tot we bereid zijn te luisteren.
Soms ontmoeten we iemand die precies die oude klank weet te raken, niet omdat die persoon lijkt op iemand uit ons verleden, maar omdat ons lichaam de melodie herkent voordat ons hoofd dat doet. Een stem, een timbre, een blik, een machtsdynamiek: het is genoeg om het echo-mechanisme te activeren. En ineens zijn we niet meer alleen in de kamer; de schaduwen van vroeger staan erbij, onuitgenodigd maar luid aanwezig.
Toch draagt de echo ook een boodschap. Het wil niet alleen herhalen; het wil gehoord worden. Niet om ons opnieuw pijn te doen, maar om te laten zien waar de breuklijnen lopen. Waar we ooit hebben moeten overleven en daarom delen van onszelf hebben bevroren, of in stilte hebben opgeslagen. De echo probeert ons niet terug te trekken naar het verleden, maar te wijzen waar heling mogelijk is — precies op de plekken waar het pijn doet.
Misschien is dat wel de paradoxale genade van trauma: het blijft op de deur kloppen totdat we antwoorden. Het trekt aan onze mouw totdat we stilstaan, ademen, omkijken. Niet om opnieuw door de storm te gaan, maar om eindelijk te begrijpen dat we de storm hebben overleefd. En dat we nu, met volwassen handen en volwassen grenzen, iets anders mogen kiezen dan toen.
Wie de echo durft te beluisteren, ontdekt vaak dat hij iets te zeggen heeft dat allang gezegd had moeten worden. En dat de stilte die daarop volgt geen leegte is, maar ruimte.
Lees ook mijn column naar aanleiding van de Vlaamse Ouderenweek: Meer ruimte graag — om jong oud te worden



Opmerkingen