top of page

Let op de woorden — en op wie erachter zit


De strategische laag: de laag die ontworpen is om zichtbaar te blijven zonder zichtbaar te zijn. (Foto © Pixabay)
De strategische laag: de laag die ontworpen is om zichtbaar te blijven zonder zichtbaar te zijn. (Foto © Pixabay)

Het probleem met politieke communicatie is niet dat ze soms liegt, maar dat ze altijd iets anders bedoelt dan ze zegt.


We blijven het hardnekkig geloven: dat politici zeggen wat ze bedoelen, en bedoelen wat ze zeggen. Alsof taal voor hen krek hetzelfde werkt als voor ons. Alsof woorden in de politiek niet tegelijk richtingaanwijzers én mistbanken zijn. Het is een vorm van naïviteit die we moeilijk afleren: we luisteren naar de woorden, terwijl de echte boodschap vaak in de schaduwen ligt, en ons in de touwen jaagt. 


De politicus spreekt met één mond, maar met twee lagen. 

De eerste is de laag die hoorbaar is: 

“Wij nemen jullie zorgen ernstig.” 

“Wij laten niemand achter.” 

“Wij doen dit voor het algemeen belang.” 


Dat is de publieke laag; helder, geruststellend en verteerbaar. 


De tweede laag is subtieler: 

“Blijf vertrouwen in mij.” 

“Ziehier mijn doortastendheid.” 

“(H)erken mijn leiderschap.” 


Dat is de strategische laag,

de laag die ontworpen is om zichtbaar te blijven zonder zichtbaar te zijn.


We denken dat we op de woorden moeten letten, maar politieke taal werkt als een dubbele tong: één richting naar buiten, één richting naar binnen. Wat gezegd wordt, is vaak niet wat bedoeld wordt. En wat bedoeld wordt, wordt zorgvuldig verpakt alsof het vanzelf spreekt. De retoriek is altijd aan zet, en doorgaans aan de winnende hand — de macht leeft ervan, kan niet zonder. Vandaar ook de tsunami aan valse retoriek. 


De pose van performantie


De taal van politici is niet alleen verbaal, maar ook visueel. Kijk naar de beelden: de minister op werfbezoek, het fluohesje dat empathie moet suggereren, het bezoek aan een wijk waar hij of zij anders nooit zou komen — met in hun zog een school gretige reporters, immer nieuwsgierig naar smeuïge verhalen. De camera is niet louter getuige, maar medespeler. Het beeld stelt de boodschap scherp die de woorden niet durven dragen.


Het is een oude truc in een nieuw tijdperk: empathie performen. Warmte uitstralen zonder warm te worden. Dichtbij lijken te komen zonder echt te naderen. In die zin behoort het politieke beeld tot dezelfde familie als de narcistische selfie: niet bedoeld om iets te tonen, maar om iets te bevestigen; namelijk dat de spreker, en soms de reporter, het middelpunt is van het verhaal. Timing is ook zelden toevallig. 


Het is evenmin toeval dat we ons steeds vaker bedrogen voelen. Niet omdat politici noodzakelijkerwijs liegen, maar omdat de lagen niet meer samenvallen.


  • De woorden zeggen: wij. 

  • Het beeld zegt: ik.

  • De boodschap zegt: we lossen dit samen op. 

  • De blik zegt: ik sta hier om gezien te worden.  


Het verlies van vertrouwen


Dat dubbele register van woorden en intenties heeft een prijs. Wij reageren niet op de woorden zelf, maar op de frictie ertussen, op de scheur in de taal.


Wanneer politici blijven spreken alsof ze de gemeenschap dienen, maar handelen alsof ze in een auditie staan, ontstaat een vreemd soort vermoeidheid. Niet alleen wantrouwen in personen, maar in het hele publieke spreken.


De polarisatie die ons zo teistert, is vaak een rechtstreeks gevolg van deze kloof. Mensen voelen dat iets niet klopt, maar kunnen het niet exact benoemen. De woorden wekken verwachting, de realiteit ontkracht ze, en de woede zoekt een uitweg — en we gaan in staking. Uiteindelijk raken we niet verdeeld door ideologie, maar door dissonantie.


Het verlangen naar échte woorden


Misschien is het te veel gevraagd van politici om altijd oprecht te spreken. Het politieke spel is nu eenmaal gebouwd op strategische taal. Maar iets anders is wél mogelijk: helder spreken. Woorden kiezen die niet gelikt of glad zijn, of van plastic, maar precies. Niet méér beloven dan ze dragen kunnen. Niet suggereren dat empathie voelt als een foto, of nabijheid als een geënsceneerde ontmoeting.


Gemeenschapszin begint niet bij grote woorden, maar bij eerlijke woorden. En eerlijke woorden hoeven niet mooi te zijn. Ze moeten slechts één ding zijn: ondubbelzinnig; dat is trouwens ook wat elk kind, en dus elke mens, nodig heeft.


Wanneer wat gezegd wordt eindelijk weer overlapt met wat bedoeld wordt, ontstaat er iets wat zeldzaam is in de politieke arena, maar ook elders: vertrouwen dat niet opgebouwd wordt door beeldvorming, maar door betekenis.


Tot het zover is, blijft het raadzaam om niet alleen naar de woorden te luisteren, maar naar het verschil tussen de woorden en de spreker. Want daar, precies in die kloof, ligt de ware boodschap. 

 
 
 

Opmerkingen


  • Black Twitter Icon
  • Black Facebook Icon

© 2025 by Luc Van De Steene. Powered and secured by Wix

bottom of page