top of page

Het licht dat dooft

Bijgewerkt op: 22 nov


Foto © Unsplash
Foto © Unsplash

In Patrick Hamiltons toneelstuk Gas Light uit 1938, later verfilmd door George Cukor met Ingrid Bergman in de hoofdrol, begint het allemaal met iets kleins. Een vrouw merkt dat de gaslampen in haar huis soms wat flauwer branden. Haar man zegt dat ze zich vergist, dat het licht helemaal niet verandert. En zo begint de werkelijkheid langzaam te schuiven: niet het licht zelf, maar haar vertrouwen in wat ze ziet, begint te flikkeren.


De kracht van het verhaal zit in zijn subtiliteit. Niets lijkt echt te gebeuren, en toch verandert alles. Een stem zegt: “Je ziet het verkeerd.” Dan een blik vol medelijden: “Je moet rust nemen.” Wat volgt is een sluipend proces van ontregeling. De manipulatie is zo verfijnd dat ze onzichtbaar wordt; ze nestelt zich niet in de feiten, maar in de twijfel aan de feiten, dus twijfel aan de eigen waarneming. 


Het is de essentie van gaslighting: de ontwrichting van de werkelijkheid door het verschuiven van de grenzen van geloofwaardigheid. De gaslighter manipuleert niet de wereld, dat kan ook niet, maar het waarnemingsvermogen van de ander. Wie erin verstrikt raakt, verliest iets fundamentelers dan vertrouwen, namelijk je innerlijk kompas waarmee je onderscheidt wat echt is en wat niet.


Herkenbaar? 


In intieme relaties verschijnt het vaak in alledaagse vormen. Een partner die zegt dat je te heftig reageert, dat het “maar een grapje” was. Een vriend die subtiel suggereert dat je je dingen verkeerd herinnert, dat je te veel invult, te weinig begrijpt. Zo groeit er een onzichtbare asymmetrie: de ene mens of partner bewaart de macht over de werkelijkheid, en de ander raakt die macht kwijt. Het ondermijnt je identiteit. 


De pijn zit niet in het conflict, maar in de ontregeling: het moment waarop je niet meer weet of je ogen of oren te vertrouwen zijn. Gaslighting is geen storm, maar een mistgordijn. De mist trekt niet over je heen, hij trekt in je. En eenmaal binnen laat hij zich nog moeilijk verjagen.


In onze tijd, waarin werkelijkheden botsen en waarheden in algoritmische echo’s weerklinken, lijkt dat mechanisme zich te hebben uitgebreid. Niet één stem maar duizenden fluisteren: “Je ziet het verkeerd.”

Wie spreekt er nog de waarheid, en wie zet het licht zachter?


Misschien is dat de eigenaardige nalatenschap van Hamiltons stuk. Dat we, tachtig jaar later, niet meer weten of de gaslampen werkelijk flikkeren, of dat het onze blik is die troebel wordt. 


Het mysterie blijft wat het altijd was: een zacht gedimd licht dat weigert te verklaren wat er echt gebeurt. 


In die zin is gaslighting geen reliek uit een vervlogen dramatisch tijdperk, maar een stille onderstroom van onze culturele conditie. We leven in een landschap waarin feiten en verzinsels dezelfde glans dragen, waarin overtuigingen worden ontworpen om als vanzelfsprekend te klinken, en waarin twijfel zowel een kwetsuur als een wapen is. De werkelijkheid wordt niet langer betwist door feiten, maar door verhalen die zich soepel aanpassen aan wie luistert. En zo ontstaat een nieuw soort schaduwrijk: een wereld waarin het licht nooit helemaal uitgaat, maar ook nooit zonder ruis brandt. Misschien is dat de subtielste vorm van ontregeling, wanneer niet één manipulator het licht dempt, maar wanneer de wereld zelf in een fluistertoon spreekt. En wij, zoekend, moeten beslissen wat we daarin nog als werkelijk durven erkennen.

 
 
 

Opmerkingen


  • Black Twitter Icon
  • Black Facebook Icon

© 2025 by Luc Van De Steene. Powered and secured by Wix

bottom of page